Doodsangst, existentiële crisis en posttraumatische groei in deze tijd

Door Siebrecht Vanhooren,
Professor existentiële en klinische psychologie, KU Leuven. 

Het is haast een boutade om stellen dat we uitzonderlijke tijden beleven. Mijn 81-jarige vader, net herstellende van een open-hart operatie, behoort alvast tot de risicogroep. Bewust zijnde van de precaire situatie houden we al weken onze adem in voor hem. De angst vreet niet enkel aan onze familie. De wekelijkse vragenlijst van de Universiteit Antwerpen toont hoe het corona-virus binnen de perken te houden diepe voren trekt in ons psychosociaal weefsel. Angstklachten en relationele spanningen lopen op. Mensen houden angstvallig de letterlijke afstand in de gaten. Komt niemand te dicht? Binnenshuis is het vaak een geworstel om iets van een eigen ruimte te kunnen ervaren. Bij vele alleenstaanden is er dat gevoel van diepe eenzaamheid. In analogie met de gevolgen van de coronacrisis in China voorspelt Dirk De Wachter in het VRT-nieuws van 03/04/2020 voor de psychologische gevolgen van onze opgelegde isolatie en de economische realiteit.

We zien echter ook een tegengestelde beweging: een uitbarsting van creativiteit – de Ronde van Vlaanderen op rollen; solidariteit in de vorm van witte lakens, handengeklap en vrijwilligers die boodschappen voor de ouderen onder ons op zich nemen.

Hoe kunnen we dit allemaal rijmen en wat is de samenhang tussen deze ogenschijnlijke tegenstellingen? De existentiële psychologie, een minder gekende maar gevestigde tak binnen de wereld van de psychologie en psychotherapie, heeft net een antwoord op deze omstandigheden.
De roots van deze existentiële psychologie liggen immers precies in de ruwe beleving van uitzonderlijke – zowel positieve als destructieve – omstandigheden. Met de boodschap van existentieel psychiaters als Viktor Frankl – de Weense psychiater die de holocaust overleefde – en Irvin Yalom die de doodsangst centraal in zijn werk plaatst, schept existentiële psychologie niet enkel helderheid in wat ons nu overkomt. Samen met het hedendaags existentieel onderzoek wijzen zij in de richting van terror management en posttraumatische groei. De terror management theorie of TMT, een nog jonge existentiële onderzoeksrichting binnen de sociale psychologie, beschrijft hoe mensen de dagelijkse strijd met de doodsangst aangaan en hoe zingeving en empathie hierbij kunnen helpen.

 

Existentiële confrontatie

Beleven we werkelijk onwezenlijke tijden? Ja en nee. Vanuit een existentieel psychologisch oogpunt kunnen we het ook als wezenlijke tijden omschrijven. Individueel maken we allemaal wel eens onverwachte gebeurtenissen mee die ons leven op zijn kop zetten. Relatiebreuken, ziekte, het verlies van een job of eender welke uitzonderlijke situatie heeft het in zich om ons leven een andere wending te geven. Existentiële crisissen maken essentieel deel uit van ons leven. We spreken van een existentiële crisis omdat onze gewone manier van leven en denken niet langer opgaat. We worden gedwongen om de reële situatie van ons specifieke leven in de ogen te kijken. Het bijzondere is dat we dit nu collectief meemaken; de ene al wat meer dan de andere. In het slechtste geval betekent dit moment een pijnlijke breuklijn in ons bestaan. Zo kunnen we door de huidige omstandigheden onze ogen niet langer sluiten voor wat we misschien lang niet wilden weten. Misschien worden we nu geconfronteerd met relationele spanningen die al een tijdje ‘slapend’ aanwezig waren. Misschien worden we ons pijnlijk bewust van het feit dat we de laatste jaren verkeerde prioriteiten stelden. Daarnaast is er de angst voor infectie; het nieuws maakt ons bewust van onze menselijke fragiliteit. De eindigheid die we iedere dag in ons meedragen wordt voelbaar.

Op een dieper niveau raakt de huidige situatie dus aan onze existentiële laag of aan de kern wat het betekent mens te zijn. Voor velen van ons dwingen de omstandigheden om onze ultieme kwetsbaarheid en onze sterfelijkheid, maar ook de waarde van ons leven op zich in de ogen te kijken. Beteken ik wel iets? Wie ben ik voor de ander?
De kans is dan ook reëel dat we op dit moment ook geteisterd worden door existentiële angst en doodsangst. In de slipstream van dit verhoogd existentieel besef stellen velen van ons zich nu dan ook essentiële levensvragen, vaak geflankeerd door een diep gevoel van eenzaamheid en machteloosheid.

 

Existentiële angst, verbrokkeling en isolatie

Existentiële of ontologische angst wordt gekenmerkt door een plots besef van kwetsbaarheid, ultieme onzekerheid en doodsangst. Existentiële filosofen en psychologen als Kierkegaard, Heidegger, Jaspers en Yalom beschrijven uitgebreid dit fenomeen. Recent onderzoek wijst ondertussen uit dat dit soort angst als een transdiagnostische factor zijn rol speelt in de meeste angststoornissen en depressie. De kans dat mensen die vandaag door het corona-virus meer angst beleven ook onderhuids existentiële angst of doodsangst merken is bijzonder groot.

In het zog van dit grotere besef van deze existentiële fragiliteit dringen dan ook ultieme levensvragen op: wie ben ik, waar ben ik mee bezig, is dit het nu? Deze vragen zijn typerend voor dit soort kantelmomenten. Omdat alles op losse schroeven komt te staan worden we aangezet om te zoeken naar wat uiteindelijk van belang is. Dit is waar Kierkegaard, Jaspers en Frankl op hameren. Frankl spreekt vanuit zijn ervaringen als holocaust-overlevende maar ook als psychotherapeut: het is de ervaring van zingeving of waar je in je leven uiteindelijk wil voor gaan dat je helpt om de meest tragische omstandigheden te overleven. Zijn geboekstaafde ervaringen in Man’s Search for Meaning schetsten hoe holocaust-gevangenen die in die mensonterende situatie nog ergens van iets zingeving konden bewaren, ook het meest kans hadden op overleving. Frankl beschrijft hoe deze mensen een opmerkelijke solidariteit en ook altruïsme lieten zien. Ze deelden het weinige dat ze hadden, spaarden de samen-gekauwde kruimels brood voor de zieken.

We zien sporen van dit zonderlinge mechanisme in onze eigen samenleving opduiken. Er is dus niet enkel het verhoogde gevoel van fragiliteit en de angst om geïnfecteerd te worden; het helpt een deel van de bevolking om zich net bewust te worden van wat uiteindelijk van tel is. Nu we tegen de bochten van ons bestaan schuren komt de essentie van wie we zijn – zowel in de angst, de kwetsbaarheid als in de kans om onszelf te overstijgen – naar boven.

 

Posttraumatische groei en veerkracht

Velen onder ons stellen zich momenteel deze existentiële vragen: waar ben ik mee bezig, wie ben ik uiteindelijk en waar moet het met mezelf, met mijn relatie, met de wereld naar toe? De Amerikaanse psychologen Tedeschi en Calhoun wijzen er al langer op dat dit soort ontregelende situaties en deze existentiële vragen kunnen leiden tot posttraumatische groei.

Posttraumatische groei is een mogelijke positieve verandering die volgt na onverwachte negatieve gebeurtenissen. Vanuit de cliëntgerichte en existentiële psychotherapie weten we hoe mensen zich na indringende ervaringen vaak zelf dit soort veranderingen ondergaan. Mensen zien de wereld en zichzelf met andere ogen, maken andere keuzes, voelen zich – na zich een periode ultiem alleen te hebben gevoeld – vaak sterker verbonden met anderen. Zo is het is niet toevallig dat we in deze periode van sociale afzondering meer solidariteit en appreciatie van menselijk contact zien opduiken. Het kan een eerste voorzichtige stap zijn in de richting van dit soort verandering.
Posttraumatische groei sluit de pijn en de angst van het moment niet uit, maar het stuurt onszelf in de richting van een meer authentiek en zinvol leven. Wetenschappelijk onderzoek naar posttraumatische groei toont aan dat mensen meestal in staat zijn om na dit soort indringende gebeurtenissen het leven op een andere manier aanpakken. Ze vertonen een grotere veerkracht bij volgende tegenslagen en meer realiteitszin. Zingeving in de ruime zin van het woord – onze identiteit, waar we in geloven, ons eigen levensverhaal, ons altruïsme, maar ook kunst en cultuur – helpt op zich om de dijkbreuk van doodsangst te stelpen, zo stel de terror management theory. Onze overheid doet er dus goed aan om net nú het spontane vrijwilligerswerk maar ook uitingen van kunst en cultuur sterk te ondersteunen.

 

Vuistregels bij deze existentiële crisis

Er zijn echter enkele vuistregels om op een positieve manier uit een existentiële crisis te komen en posttraumatische groei een kans te geven. Een eerste regel is dat posttraumatische groei niét voortkomt uit het minimaliseren van de ernst van het gebeuren. De pers speelt op dit moment hier een belangrijke rol in. Posttraumatische groei ontstaat niet uit het mooier maken dan wat het is, maar net uit de worsteling met de gevolgen van wat ons ontwortelt. Daarom is het geen naïeve groei. Existentiële verandering komt er pas als we onze beperkingen, onze fragiliteit, onze diepe angst, onze eenzaamheid, en ons mogelijks betekenisverlies onder ogen durven zien en accepteren. Het ervaren van de crisis is dus essentieel om op een niet vrijblijvende manier ons de juiste vragen te stellen: wat betekent dit allemaal, wat is essentieel voor me, voor wie en voor wat wil ik gaan? Het maakt dat we effectief gaan reflecteren en zoeken naar nieuwe antwoorden. Je hoeft je echter niet constant deze vragen te stellen. Probeer ook in deze periode mildheid naar jezelf aan te leggen en er voor te zorgen dat de angst je niet overspoelt. Wees vriendelijk voor jezelf en neem tijd voor wat je in normale omstandigheden helpend is. Dit kan het nemen van een warm bad zijn, het beluisteren van muziek, en wandelen.

Een tweede regel is dat we het doorleven van deze vragen en onze zoektocht naar antwoorden meestal niet alleen aankunnen. We hebben het nodig dat we ons op één of andere manier gedragen, gezien of begrepen voelen. In deze tijd kunnen we hopelijk terecht bij onze huisgenoten – probeer het – , onze buren met wie we vanop een voldoende afstand kunnen praten, met vrienden of met hulpverleners online. De getoonde solidariteit en zorg – van een gemeend ‘hoe gaat het’, het naaien van mondmaskers tot het uithangen van witte lakens – lijkt me een intuïtief antwoord op onze existentiële nood aan verbondenheid. Zowel ons verhaal vertellen als diepgaand luisteren is hier even essentieel: je bent geen last voor anderen wanneer je het net over je diepste zorgen hebt. Onze existentiële vragen hebben we immers gemeen. Naast de social distancing hebben we dus net existentiële empathie nodig.

Een derde regel is dat we onze nieuwe antwoorden op onze ultieme levensvragen ook gestalte durven geven. Neem jouw eigen inzichten uit deze tijd serieus. Denk na hoe je jouw leven op een positieve manier zou kunnen veranderen door bepaalde keuzes te maken. Wat is jouw prioriteit? Bij diepgaande crisissen is het echter vaak zo dat mensen niet anders kunnen om beslissingen te maken. Zo kan het zijn dat deze tijd je helderheid verschaft omtrent je relatie, de manier waarop je met jezelf, de anderen en jouw leven omgaat. Mensen kiezen er bijvoorbeeld voor om meer aandacht te besteden aan kwaliteit boven kwantiteit, aan authenticiteit en verantwoord leven boven consumptie. Voor sommigen van ons zijn deze keuzes vrij drastisch, zoals het aangaan of beëindigen van een relatie of het veranderen van job. Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn. Keuzes kunnen bestaan uit kleine stappen, zoals met respecteren van je lichamelijke en persoonlijke grenzen, of het meer zorg besteden aan de mensen die je belangrijk vindt, of het dieper appreciëren van de alledaagse vrijheid die je nu mist.

 

Verlaat doodlopende straatjes en durf te kiezen

De grote vraag is echter of we op collectief niveau in staat zullen zijn om onze prioriteiten te verleggen. Zoals het meestal gaat met existentiële vragen, wéten we eigenlijk al in welke richting onze keuze zou moeten gaan. Vaak duurt het echter een periode voor we deze antwoorden ook echt toelaten en accepteren. Ook op collectief vlak biedt het corona-virus ons paradoxaal genoeg het antwoord aan: propere lucht in China, solidariteit in onze individualistische westen. Zoals de existentieel psycholoog Rollo May het vorige eeuw wist te verwoorden duikt er echter een volgende angst op als we dicht bij onze antwoorden komen. Het is de angst voor de verandering die deze antwoorden te weeg zouden brengen. De angst voor het verlaten van de bekende – maar doodlopende – straatjes. Na de crisis volgt dus een volgende uitdaging. Dit geldt niet enkel voor ons individueel verhaal maar eveneens voor onze samenleving. Elke existentiële crisis betekent een kans op wezenlijke verandering, als we de uitdaging durven aannemen tenminste.

 

Siebrecht Vanhooren
Professor existentiële en klinische psychologie, KU Leuven