Servaas Bingé, (sport)arts en huisdokter: ‘De preventieve arts laat een patiënt zijn eigen verhaal in handen nemen’ 

De loopbaan van Servaas Bingés (tot nu toe) leest als het begin van wat een levenslang succesverhaal zou kunnen worden. Op zijn 37ste heeft de man een bloeiende praktijk als huisdokter en is hij bovendien hoofdarts van wielerploeg Lotto Soudal. Er was een tijd dat hij een muzikale carrière ambieerde en nu doet hij een uitstap naar het geschreven woord. Verleden maand werd namelijk zijn eerste boek Nooit meer naar de dokter gelanceerd. Als het van Bingé afhangt, stellen we paal en perk aan doktersbezoeken en nemen we onze gezondheid veel meer in eigen handen. Om te weten welk stuk we zelf kunnen beheren, bracht hij eerst de verschillende redenen van een doktersbezoek in kaart. Grosso modo vallen die uiteen in twee groepen: de acute symptomen die onmiddellijke interventie van de dokter vragen en de symptomen ten gevolge van onze levensstijl. ‘Ouderdomsdiabetes bijvoorbeeld, daar bouw je 20 of 30 jaar aan.’

Hoe wil jij die minder acute klachten dan concreet aanpakken?

Servaas Bingé: ‘Vooral door preventie. Ik heb het in mijn boek over healtitude, een samentrekking tussen health en attitude. Mijn voornaamste boodschap is: je kan bepaalde symptomen die het gevolg zijn van je levensstijl voorkomen. Zoals diabetes maar ook sommige soorten kanker. Om dat te kunnen doen, heb je kennis nodig over je DNA en over hoe bepaalde keuzes in je levensstijl die symptomen kunnen voorkomen. Welke invloed heeft sport en voeding op je mentale gezondheid, bijvoorbeeld, maar ook externe factoren zoals lucht, water en de effecten van straling. In mijn boek leg ik uit hoe die chronische symptomen ontstaan en wat je er zelf aan kan doen. En dat allemaal op een heel bevattelijke en verteerbare manier, met niet te veel medische termen.’

Heb je geen schrik dat je alleen maar mensen zal bereiken die a priori al overtuigd zijn van een gezonde levensstijl?

SB: ‘Nee, ik geloof oprecht dat we een collectieve mindshift teweeg kunnen brengen. Dat voel ik in mijn praktijk. Voor mijn generatie is sporten al een statussymbool geworden. Je hoort mensen vaak opscheppen met hoeveel kilometers ze gelopen hebben in het weekend of hoeveel keer per week ze gaan sporten. Als je een gedragsverandering beoogt, heb je drie elementen nodig: autonomie, kennis en verbondenheid. Ik wil mensen met mijn boek de kennis geven zodat ze autonoom kunnen zijn om hun eigen keuzes te maken. Als we dan ook steun vinden bij elkaar om die keuzes te maken, zelfs als ze minder voor de hand liggend zijn, geraken we een heel eind.’

Welke rol zie je dan nog voor jezelf als arts?

SB: ‘Wij blijven uiteraard werken op een curatief niveau, wij genezen. In geen geval wil ik zelfdiagnose op dat niveau stimuleren. Het probleem is eerder dat we nu voor 98% curatief werken. Wat mij betreft moet het preventieve aandeel veel groter worden. Dat zal niet alleen onze maatschappij veel geld besparen, het bevrijdt ons ook van het verhaal van ‘aangeleerde hulpeloosheid’. De preventieve arts laat een patiënt zijn eigen verhaal in handen nemen en coacht hem hierin. DNA hoeft geen lotsbestemming te zijn. Het is mijn taak als arts om jou te leren hoe je zo lang mogelijk uit de probleemzone blijft. En dat gebeurt nu nog veel te weinig.’

Nooit meer naar de dokter, Servaas Bingé (Uitgeverij Borgerhoff & Lamberights, sept 2017)

Tekst: Inke Hutse