Anne Wislez

Verschil moet er zijn

Why are you trying so hard to fit in, when you were born to stand out? Het is een van die zinnetjes die in de vlucht passeerden op mijn Facebookscherm om vervolgens maanden tussen mijn oren te blijven hangen. Omdat het een pertinente vraag stelt die me intrigeert: waarom willen we ons toch zo graag conformeren, terwijl we allemaal stuk voor stuk anders zijn gefabriceerd? Wat is er zo gevaarlijk aan anders zijn? Welk aspect van verschil maakt ons toch zo ongemakkelijk?

Natuurlijk willen we graag tot een groep behoren, en een beetje herkenning en uniformiteit is nuttig om die groepsidentiteit te creëren. Wat je kent, stelt gerust. Wat je niet kent, geeft stress. Dat we het vreemde of de vreemdeling vaak afwijzen is op zich niet zo bizar, zei systeemtherapeute Annie Nuyts me een paar maanden geleden. Het heeft te maken met een natuurlijke loyauteit aan de clan: ‘Ik hoor bij die ene groep en niet bij die andere’. Eenvormigheid geeft herkenning, vertrouwen, veiligheid, harmonie. Maar er zijn grenzen aan die uniformiteit. Eenheidsworst wordt fade, voorspelbaar, geur- en smaakloos – het herhaalt steeds meer van hetzelfde. Tot uiteindelijk de boel stagneert. Nieuwe bewegingen zijn in gang gezet door mensen die anders durfden te denken, die zich durfden te onderscheiden, die durfden het ‘andere’ in zichzelf te omarmen. Hoe kunnen we ooit evolueren als we bang zijn voor verschil?

Als kind en jonge vrouw wilde ik niets liever dan opgaan in de massa. Zijn zoals iedereen. Niet opvallen, geen al te gekke dingen doen. Terwijl ik diep vanbinnen andere impulsen voelde; mijn keuzes strookten niet met datgene waar de meesten van mijn leeftijdsgenoten voor kozen. Mijn gedachten dissoneerden met gangbare ideeën. Maar ik drukte die verstorende neigingen zo lang mogelijk de kop in. Hush. Koest. Zit. Omdat ik geen zin had in confrontatie, geen weerbaarheid in conflict, geen last wilde hebben van wind in hoge bomen. Wie zich koest houdt wordt met rust gelaten, wie zich aanpast wordt geliefd. Misschien past die houding ook wel bij onze Belgische volksaard. Doe maar gewoon, dat is al gek genoeg. Terwijl gewoon niet bestaat. Iedereen is anders. Iedereen heeft iets waarin hij of zij zich onderscheidt van de anderen. En juist dat verschil creëert diversiteit, rijkdom en vooruitgang. Hoe mooi zou het zijn als er een vak op school was dat zich daarop concentreerde: elke week een uurtje verschilkunde. Wat maakt jou anders dan de rest? Wat is jouw unieke aanbod in de wereld? Wat is jouw ‘gat in de markt’? En wat ga je daarmee doen? Hoe anders, hoe verstorend durf je zijn?

In hoeverre geven we ons de vrijheid om onszelf te zijn, vragen we ons af in het dossier van deze maand. In hoeverre laten we opgelegde groepswaarden bepalen wat we doen en brengen we daardoor een belangrijk stukje ‘eigen belang’ in gevaar? Hoe goed bewaken we onze grenzen? En hoe gaan we om met het mogelijke conflict dat dit teweegbrengt? Je authenticiteit durven neerzetten vraagt dat je kan omgaan met verschil en met conflict, merkt psychologe Ineke Van Lint op in ons dossier. Jammer genoeg leren we dat als kind net iets te weinig; het gewoon gezellig oneens zijn met elkaar, dissonante tonen laten horen, tegengestelde meningen tegenover elkaar plaatsen. Zonder in een eeuwige strijd, scheldpartijen en dus onveiligheid te vervallen. Oog in oog staan met verschil hoeft geen hoge emoties op te roepen. Het kan ook rustig intrigerend en hartverwarmend nuchter zijn. Jij denkt anders dan ik en dat is perfect oké.

Wat een verademing zou het zijn als we net iets vaker zo zouden denken.

Anne Wislez, hoofdredactrice Psychologies