Hade Wouters

Opbod in slimmigheid

We waren zestien en we hadden ogen als schoteltjes. Onze leerkracht Engels had ons net met zichtbaar genoegen verteld dat ze de kooktijd van haar aardappelen benutte om de bovenverdieping te stofzuigen. Dat paste immers precies, zei ze verrukt. Kleinburgerlijk, vonden we dat. Truttig zelfs! Wij, die op reis zouden gaan met een tent in een bakfiets en altijd op blote voeten door de stad zouden blijven lopen. Hippiepubers die we waren.

Ook hippiepubers worden mevrouwen en moeders. En op een dag zit je gretig blogs te lezen met shortcuts en lifehacks om het leven met jonge kinderen, een job en een huishouden in goede banen te leiden. Er zijn shortcuts en lifehacks op allerlei levels. De gevorderden halen een post-it doorheen de rijen van hun toetsenbord om stof en kruimels te verwijderen. Die hebben krantenpapier op de bodem van hun pedaalemmer (dat slorpt vloeistoffen op die lekken), medische gegevens in hun portefeuille (dat kan hun leven redden) en een sok over hun versnellingshendel op warme dagen (zweethand-proof). Er is ook het level van de extremisten. Die zetten hun vrienden met een geleend item op de foto om te onthouden wie wat heeft geleend, tekenen een aanduiding van uren op waterflessen om de spreiding van hun waterinname te monitoren. Ze strijken hun kraagje snel even met een stijltang vooraleer ze de deur uit gaan, en vertrekken nooit naar de winkel zonder een actuele foto van hun koelkast en voorraadkast op zak.

Ik ben een beginner en moet er nog wat handigheid in krijgen, maar ik kan intussen voor de volledige week lunchpakketjes invriezen en op zondag vooruit koken. Als ik ’s avonds de kinderkleertjes klaar leg en de ontbijttafel dek, kan ik beter camoufleren dat ik ’s ochtends niks waard ben. Terwijl de kinderen in bad zitten doe ik de nodige epileerwerken en in de speeltuin bestel ik de boodschappen online volgens een vast stramien, gekoppeld aan een roterend weekmenu (je mag nu met je ogen draaien). Soms slaag ik erin om complete outfits voor mezelf aan kapstokjes te hangen voor een hele week (ja, inclusief nylons en ondergoed), aangepast aan variabelen zoals thuis of op kantoor werken, het weer en een occasionele date. Ik heb een controlemap met onder meer lijsten van telefoontjes die ik moet doen en een ranking van babysits met hun contactgegevens en vaste muzieklesmomenten.

Gisteren, toen ik mijn tanden stond te poetsen in de douche om tijd te winnen terwijl de kinderen hun ontbijt moesten eten met een timer erbij, kon ik me plots niet van de indruk ontdoen dat dat alles vrij absurd is. Verliezen we ons niet in een leven met lifehacks en shortcuts omdat we elke dag het onmogelijke moeten doen? Verdoven we de vermoeidheid met de euforie die de aanblik van zes bokalen diepgevroren spaghettisaus biedt? Vermijden we de vraag of we wel een leven willen dat aan elkaar hangt van de lifehacks en shortcuts door tegen elkaar op te bieden in efficiëntie en slimmigheid?

Ik stond even stil en dacht na. Een verrassende gedachte was dat ik wél kies voor een leven met een trukendoos. Omdat ik op dit moment gewoon alles wil. De kinderen en de leuke baan. Dat avondje uit en die boeiende cursus. Een homemade avondmaal en een stofvrije bovenverdieping. En zo laat ik het level van die leerkracht ver achter me.

Kleinburgerlijk? Tja. Truttig? Vast. Maar aan die hippiepuber van weleer de geruststelling: er staat ook een bakfiets in de garage. En een foto daarvan herinnert me eraan daar een reisje mee te plannen. Op blote voeten, wie weet.