Thrillerauteur Karin Slaughter: ‘Mocht ik in deze tijd kind geweest zijn, zat ik waarschijnlijk aan de medicatie’

 

 

‘Ik schrijf graag realistisch, zonder de extreem bloederige en pijnlijke details te sparen. Het is mijn manier om te zeggen: er is niets sexy aan geweld’

Je beschrijving van misdaden is vaak erg bloederig: schedels die voor de helft aan flarden worden geschoten, versplinterd bot en hersenweefsel dat tegen de muren spat. Waarom houd je daar zo van?

KS: ‘Ik schrijf graag realistisch, zonder de extreem bloederige en pijnlijke details te sparen. Het is mijn manier om te zeggen: er is niets sexy aan geweld. Vooral misdaad tegen vrouwen is historisch gezien vaak geseksualiseerd geworden. Door de realiteit van de misdaad niet te verbloemen, is het gemakkelijker voor de lezers om nadien de reactie van de slachtoffers of hun naasten te begrijpen, al hun woede, de stress.

Ik haal mijn inspiratie trouwens uit echte gebeurtenissen. Een verkrachter die een tijdlang de campus van de Universiteit van Atlanta onveilig heeft gemaakt bijvoorbeeld, en waar de lokale kranten bol van stonden. Ik schrijf dan over de angstgolf die over zo’n plek raast. Een van mijn stokpaardjes is angst bij vrouwen. Angst die ze voelen, enkel en alleen omdat ze een vrouw zijn. Er is veel geweld tegen vrouwen, seksuele intimidatie en andere bullshit waarmee ze dagelijks te maken krijgen. Ik wist al vroeg dat ik daarover wilde schrijven. Ik denk dat met name seksueel geweld erg bepalend is voor hun verdere leven. Er is daarbij altijd een ‘voor’ en een ‘na’. De persoon die je ooit was, bestaat niet meer. Veel vrouwen krijgen er jammer genoeg mee te maken, en vaak wordt dat afgedaan als: “Och, het was maar seks.” Maar dat is het echt niet. Opmerkelijk is ook dat als mannen verkracht worden door andere mannen, dit als een enorm traumatiserende en vernederende misdaad wordt gezien. Meer dan wanneer het vrouwen overkomt.”

Voel je je altijd zeker genoeg om het verleden van je karakters te ontrafelen? Het is geweten dat je tijdens je research veel praat met politiemensen en artsen. Dat je ook openbare politieverslagen en autopsierapporten verslindt om daaruit te leren. Praat je ook met experten over de psychologische ontwikkeling van een karakter?

KS: ‘Dat minder eigenlijk. Het zijn mijn verhalen, mijn karakters en ik heb het gevoel dat als ik kan bedenken dat iets gebeurt, het ook echt wel kan gebeuren. Er is nog nooit een expert me komen vertellen: “Hoe je iemand daar hebt laten ontwikkelen, dat is echt niet mogelijk in de realiteit”.’