Rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan: zowel in het echte leven als op het scherm draait hij er zijn hand niet voor om. Onderweg sneuvelt er al eens een sleutelbeen of hakt een verhaal er stevig in, maar dat hoort er nu eenmaal bij. ‘Natuurlijk ben ik wel eens bang, maar ik laat me niet verlammen door angst.’ Maak plaats voor onze favoriete dromenjager: Tom Waes.
Tekst: Valérie Du Pré
Foto’s: Johan Jacobs – Visagie: Inge Grossen
‘Als ik moet bleiten, hou ik de tranen niet tegen. Ik durf mij ook kwaad te maken. Je moet gewoon eerlijk zijn’
Tom Waes is moe. De slimste Antwerpenaar ter wereld is net terug van drie weken Oekraïne, het sluitstuk van negen maanden Europa verkennen voor het nieuwe seizoen van het eigenzinnige reisprogramma Reizen Waes op Eén. Ik probeer het geeuwen niet persoonlijk te nemen, maar echt geruststellend is het niet. Gelukkig is er koffie, en contentement. Tom Waes: ‘Ik ben heel blij dat de opnames erop zitten. De laatste aflevering van dit seizoen was absoluut de zwaarste. Gewoonlijk zijn we per aflevering een dag of tien weg en hebben we een vaste uitvalsbasis, maar voor de dubbelaflevering over Oekraïne maakten we een roadtrip van 21 dagen. Elke dag in een ander hotel, constant uit je koffer leven, dat eist zijn tol. Ik ben blij dat ik nu een tijd thuis ben.’
Dit keer bleven jullie in Europa. ‘Dat kennen we’, zullen mensen denken, maar ik heb zo het vermoeden dat Reizen Waes weer zal verbazen.
TW: ‘Klopt. Mijn eerste reactie was ook: Europa, wordt dat geen lightversie van Reizen Waes? Maar het is heel afwisselend geworden. Groenland, IJsland, Azerbeidzjan, Oekraïne … Europa heeft mij echt verrast. De aflevering van Spanje is fantastisch. Polen heeft mij dan weer tegelijk gecharmeerd en verbaasd. Het is een prachtig land, amper 800 kilometer van onze deur, maar ik had geen idee dat het zo ver van ons afstaat. Polen is lid van de Europese Unie maar erkent het homohuwelijk niet, is tegen de liberalisering van de abortuswet, sluit zijn grenzen voor migranten. Dat kan toch niet? De Europese gemeenschap zou van haar leden toch mogen verlangen dat ze een aantal basiswaarden respecteren?’
Heeft Europa je ook positief verbaasd?
TW: ‘Absoluut. Het positieve gevoel dat ik eraan overhoud, en dat geldt eigenlijk voor alle seizoenen van Reizen Waes, is dat mensen over de hele wereld een goede inborst hebben. Mensen menen het goed met deze wereld. Het zijn onze politici en de economische omstandigheden die ervoor zorgen dat er strijd is en dat mensen het moeilijk hebben om te overleven.
Groenland is een goed voorbeeld. Op papier hoort Groenland bij Europa omdat het deel uitmaakt van Denemarken, maar eigenlijk is het een Inuit-gemeenschap. Dat zijn fantastische mensen, enorm gastvrij. Het is alleen absurd dat ze zich aan Europese regels moeten houden want ze leven in totaal andere omstandigheden. Zo zijn we mee geweest op zeehondenjacht. Als Sea Shepherd-ambassadeur (Sea Shepherd is een internationale organisatie die het leven op zee wil beschermen en onder meer tegen zeehondenjacht is, nvdr) zou ik daar tégen moeten zijn, maar daar besef je dat die mensen geen andere keuze hebben. Er is niets anders. De grond is bevroren, ze kunnen niets kweken, ze kunnen alleen leven van de visvangst en de zeehondenjacht. Natuurlijk was het heel hard om te zien, maar dit is geen commerciële zeehondenjacht, dit is een kwestie van overleven.’
De sterkte van Reizen Waes is de echtheid van het programma, zeg je.
TW: ‘Dat is zo. We volgen een scenario en we weten waar we naartoe willen, maar als de waarheid anders is, passen we ons aan. In IJsland hadden we bijvoorbeeld een dorp gevonden waar in de winter maar elf mensen woonden en we wilden die allemaal interviewen. Toen er tijdens het derde of vierde interview ineens een vrouw volledig kraakte, hebben we ter plaatse besloten om alles om te gooien en dieper in te gaan op de problematiek die daar speelde. Ik denk dat je dat voelt als kijker, dat alles echt is.
Natuurlijk mag de cameraploeg mij vragen om nog eens met de auto de hoek om te komen, of om nog eens de trap af te gaan. Maar tijdens interviews en babbels moeten ze mij gewoon volgen, dan faken we niets. Dat is wel eens lastig voor de cameraman, maar het zij zo. Als je mensen te veel op een plaats duwt en perfect uitlicht, zijn ze niet écht meer. Dan gedragen ze zich anders en dat voel je, altijd. Ik merk het meteen als mensen ergens zijn neergezet, de vragen op voorhand kennen en al drie keer opnieuw hebben moeten antwoorden.’
Hoe echt ben jij zelf? Durf jij je emoties te tonen terwijl de camera draait?
‘The sky is the limit, dat geef ik mijn kinderen ook mee. Je moet je niet blindelings in een avontuur storten of jezelf en anderen in gevaar brengen, maar als je ergens in gelooft, moet je er vooral voor gaan’
TW: ‘Volledig. Als ik moet bleiten, hou ik de tranen niet tegen. Ik durf mij ook kwaad te maken. In Oekraïne hadden we klinkende ruzie met onze gids. Ik voelde dat hij een eenzijdig verhaal wilde meegeven. Er kwamen mensen naar ons toe die iets wilden vertellen, maar hij zag het duidelijk niet zitten om hun Russisch te vertalen. ‘Je moet die mensen niet interviewen’, zei hij. Ik antwoordde dat we daar wel zelf over zouden beslissen, en dat hij geen moeite moest doen om verkeerd te vertalen want dat we hun verhaal thuis konden ondertitelen. Toen was het hek van de dam. Die ruzie gaan we ook uitzenden. Je moet gewoon eerlijk zijn, punt.’
Verhalen loskrijgen is een kunst. Hoe doe jij dat, als geroutineerd interviewer?
TW: ‘Je moet op het juiste moment zwijgen. Mensen onderbreken vind ik verschrikkelijk. En je moet ook luisteren, écht luisteren. Dat compliment krijg ik vaak van de mensen met wie ik samenwerk. Zelfs onze gids in Oekraïne, die vaak nieuwsploegen begeleidde, zei me: jij luistert meer, jij voelt meer. Dat is zo belangrijk. Veel journalisten komen vooringenomen naar een interview en luisteren niet echt, ze willen vooral horen wat in hun kader past. Heel irritant.’
Jij luistert niet alleen meer, jij voelt ook meer?
TW:‘ Wat mensen zeggen en wat ze voelen, dat zijn twee verschillende dingen. Ik raak daar nogal vlug door, voorbij de meningen en de woorden peilen naar wat er eigenlijk achter zit. Daarvoor moet je zelf ook goed voelen. Empathie, daar gaat het om. In Tsjernobyl had ik een heel goeie klik met een 86-jarig madammeke. Eén jaar na de kernramp was ze opnieuw in haar huis gaan wonen, in radioactief gebied. Ze was heel schattig maar ook een beetje een rebel. Waarschijnlijk ook de reden waarom ze daar weer was gaan wonen. De gids was al vaak met journalisten bij haar langs geweest maar hij had haar nog nooit zo gezien als bij ons. Ze was helemaal anders, heel open. Ze moest ook heel hard lachen toen ik haar een anarchist noemde. (glundert) Ondanks haar hoge leeftijd zag je aan haar ogen dat ze een deugniet was. Die dingen moet je aanvoelen. We hebben uiteindelijk ook meegegeten van de groenten die ze daar kweekt. In radioactieve grond, ja. Dat hadden we misschien beter niet gedaan.’ (lacht)
Empathie is een goede zaak, maar het maakt ook dat je vaak dieper geraakt wordt.
TW: ‘Ja, dat is hard. Ik kan mij nog duizenden momenten herinneren waarop ik dacht: fuck. Ik vraag me af hoe iemand als Rudi Vranckx daarmee omgaat, bij hem is dat dagelijkse kost. Onze ploeg wordt daar niet in begeleid, maar eigenlijk zou dat geen slecht idee zijn. Want je pakt die dingen mee, dat kruipt onder je vel.’
(…)
Lees het hele gesprek met Tom Waes in de nieuwste Psychologies, vanaf 16/11 in de winkel