Ook al woont hij tegenwoordig niet meer in ons land en maakt hij nog alleen Spaanstalige muziek, België heeft Gabriel Ríos voor altijd in het hart gesloten. En de liefde is wederzijds. Interviews geven doet hij zelden, maar voor Psychologies maakt hij een uitzondering. En wat hij vertelt, klinkt opvallend gelouterd.
Interview: Ans Vroom – Foto’s Marie Wynants
De zon schijnt overvloedig op het idyllische terras van de B&B op het Italiaanse platteland, waar Gabriel zich in een tuinstoel neervleit en een sigaar opsteekt, klaar om me te woord te staan. Deze keer zit onze gast uitzonderlijk niet bij ons op de sofa, maar voeren we het gesprek online. De Puerto Ricaanse singer-songwriter is tegenwoordig niet vaak meer op Belgische bodem te vinden. De afgelopen jaren verruilde hij zijn huis in Gent voor een appartement in het Spaanse Valencia, waar hij in complete afzondering zijn nieuwste album Playa Negra schreef, dat hij vervolgens opnam in een studio in Amsterdam. Dat Gabriel Ríos een onrustige ziel is, is een understatement. Sinds hij op zijn achttiende zijn geboortestad San Juan verliet, heeft hij nooit lang op één plaats gewoond, en ook nu is hij weer op huizenjacht. In Italië deze keer, waar hij zich wil settelen met zijn vriendin. Hij vertrouwt ons toe dat hij zelfs plannen heeft om een gezin te stichten. Zou het kunnen dat de getormenteerde artiest op zijn zesenveertigste eindelijk gemoedsrust heeft gevonden?
Toen je vorige album Flore uitkwam, maakte je er geen geheim van dat je midden in een midlifecrisis zat. Is die ondertussen overgewaaid?
Gabriel Ríos: ‘Ik vrees van niet (lacht). Maar ik heb het voor alle duidelijkheid niet over de clichémidlife- crisis die iedereen kent uit Woody Allen-films. Ik denk dat het bij mij over een algemener soort onrust gaat, die misschien wel een decenniumlang kan aanslepen. De trigger was de ziekte van mijn vader, die alzheimer heeft gekregen. Daardoor ben ik voor het eerst een langere periode weer thuis in Puerto Rico gaan wonen. Toen ik na zijn overlijden opnieuw in België kwam, voelde het onmogelijk om daar nog permanent te blijven wonen.’
Is dat de reden dat je drie jaar geleden naar Valencia bent verhuisd?
G.R.: ‘Ja, terwijl ik ongelooflijk graag in België ben. Mijn publiek en mijn vrienden zijn daar, ik heb er een leven opgebouwd. Ik heb langer in Gent gewoond dan dat ik ooit in Puerto Rico heb gewoond. Maar toch voel ik in België een cultureel gemis, dat voortkomt uit het feit dat ik er niet ben opgegroeid. Je mist een soort van aarding, een gemeenschap, een vorm van humor die met taal te maken heeft. Dus toen ik Spaanstalige muziek uitbracht, leek het mij een logische stap om naar Spanje te verhuizen, ook in functie van mijn carrière uiteraard.’Ondertussen heb je opnieuw verhuisplannen. Is dat die onrust die je bedoelt?G.R.: ‘Ik heb in Valencia heel fijne mensen leren kennen, maar het was toch vooral een periode van afzondering en eenzaamheid. Ik heb er veel tijd alleen doorgebracht, werkend aan mijn album. Ik speelde wel concerten, maar niet zoveel als in België, waar ik een heel trouw en divers publiek heb van alle verschillende leeftijden. Het heeft vijfentwintig jaar geduurd om dat op te bouwen. Het was een illusie om te denken dat ik dat in Spanje zo snel kon bereiken. Bovendien is de muziekindustrie in korte tijd heel erg veranderd, en ik ben ouder geworden. Ik heb niet meer dezelfde ambities als vroeger. Mijn focus ligt nu op songs schrijven en performen. Alles wat errond hangt – zoals het uitgebreide touren, maar vooral het influencen en de sociale media –, dat ligt mij totaal niet.’
Je wilde rock-’n-rolljaren liggen duidelijk al een tijdje achter je. Hoe zie je je carrière evolueren?
G.R.: ‘Mijn enige ambitie nu is goede muziek maken. Ik word steeds kritischer voor mezelf, ook al heb ik ondertussen meer “metier”. Maar ik weet nu wat een lijdensweg het kan zijn om aan een album te werken. Na het maken van mijn laatste plaat was ik volledig uitgeput. Ik geniet nog wel heel erg van het performen en het connecteren met een publiek. Als ik gewoon kan blijven optreden in België, Nederland en een beetje in Spanje, en daar mijn brood mee kan verdienen, ben ik perfect gelukkig. Voor mij gaat er nog steeds niets boven de magie van een live performance. Dat ene uur dat je samen met je publiek even helemaal afgesloten bent van de buitenwereld, is fantastisch. Maar de aandacht die erbij komt kijken, heel de tijd over jezelf moeten praten en het gewicht dat je aan jezelf als artiest moet geven, dat hoeft allemaal niet meer voor mij.’
Wat betekent succes voor jou?
G.R.: ‘Ik heb gaandeweg geleerd dat succes niet enkel om mijn werk mag draaien. Voor mij betekent het een evenwicht vinden tussen de fysieke, mentale, emotionele en spirituele kant van jezelf. Een soort ideale gemoedstoestand bereiken dus. Muziek maken is voor mij een noodzaak, net zoals eten en drinken. Ik kan niet anders. Als artiest heb je vaak geen keuze, maar de afgelopen jaren hebben bewezen dat muziek maken niet het allerbelangrijkste in mijn leven mag zijn. Er zijn grote kunstenaars bij wie dat wel zo is. Dat zijn vaak de artiesten die we allemaal heel erg bewonderen, maar die een eenzaam leven leiden omdat alles in functie van hun kunst staat. Ik zie daar een zekere vorm van tragiek in. Het beangstigt mij.’
Als muziek niet langer het belangrijkste in je leven is, wat dan wel?
G.R.: ‘Familie, relaties, vriendschappen. Samen zijn met andere mensen is de kern van het leven. Er is niks dat je zoveel groeimogelijkheden biedt als de confrontatie met een andere persoon. De enige echte vraag is: kun je er zijn voor iemand anders en kan die persoon er zijn voor jou? Alleen jij en je kunst kunnen dat niet doen. Ik heb dat jarenlang ervaren, maar ik wil dat soort leven niet meer. Gek genoeg wist ik dat al lang, al heeft het een tijd geduurd voor ik kon beslissen om het anders te gaan doen. Ik denk dat ik het toch eerst moest doorvoelen voor ik het roer kon omgooien.’
Je bent opgegroeid in een uitzonderlijk warm en liefdevol nest. Is het een gemis dat je zelf nog niet zo’n gezin hebt kunnen stichten?
G.R.: ‘Zeker. Er staat een limiet op hoe lang je als eenzaat door het leven kunt gaan. Op een bepaald moment ervaar je een grote leegte en begin je na te denken over je opvoeding en je waarden. Ik heb aan mezelf moeten toegeven dat ik eigenlijk vrij traditioneel ben. Dat heeft een negatieve bijklank, maar ik bedoel het heel positief, als in: verlangend naar een simpel leven. Het heeft lang geduurd voor ik dat besefte. Als jonge artiest is het heel uncool om dat toe te geven. Je denkt dat je zelf in de hand hebt wat voor leven je kunt kiezen en wat voor persoon je kunt zijn, maar volgens mij ligt er veel meer vast dan we eigenlijk beseffen. Dat gaat over onbewuste verlangens. Als je die blijft negeren, loop je op een bepaald moment vast.’
Je vader was psycholoog en je moeder leerkracht. Ben je blij met de opvoeding die zij jou hebben gegeven?
G.R.: ‘Jazeker. Ik heb het geluk gehad dat er vóór mijn zeventiende een stevige basis werd gelegd. Maar als je op die leeftijd thuis vertrekt, wil je zo ver mogelijk weg van je opvoeding als maar kan. Toen ik in België kwam wonen, ontmoette ik voornamelijk kinderen van gescheiden ouders, net zoals ik in Europese films had gezien. Er heerste een soort van vrijheid die ik niet kende. Als jonge kunstenaar in Gent was het heel makkelijk om decennialang door het leven te blijven fietsen met een soort vrijblijvendheid. Er was geen druk of noodzaak om de zaken op een rijtje te krijgen, zoals dat in Amerika wel het geval is, omdat je anders gewoon niet overleeft. Ik heb mijn tijd genomen om te beseffen wat ik eigenlijk wil in het leven. Als je jong bent, denk je dat je constante opwinding en complexiteit nodig hebt. Dat gevoel kan ik me nu zelfs niet meer voorstellen.’
Is terugkeren naar je geboorteland voor jou nooit een optie geweest?
G.R.: ‘Ik ga ieder jaar terug en voel me nergens zo comfortabel als in Puerto Rico. Dat heeft met herkenning te maken. Als ik heel eerlijk ben, is er geen plek ter wereld waar ik liever zou wonen. Maar op economisch vlak is het land een ramp. Alles is er heel duur, net zoals in de rest van Amerika. Ik kan er ook mijn brood niet verdienen, want de muziekindustrie is er ondermaats. Als het professioneel kon, zou ik misschien wel teruggekeerd zijn, maar dat is nooit een optie geweest en nu is mijn leven in een andere richting geëvolueerd. Mijn intuïtie heeft me uiteinde- lijk een andere kant op gestuurd, en dat weegt voor mij het zwaarste door. Mijn vriendin is Italiaans. Als ik niet in mijn geboorteland kan wonen, wil ik haar dat gevoel gunnen. Vandaar dat we nu op zoek zijn naar een huis in Italië. Wie zegt dat hij graag in zijn geboorteplaats wil wonen, bedoelt misschien dat hij zich wil voelen zoals daar, en dat kan ook op andere plekken.’
Je worstelt al sinds je kindertijd met angsten en depressies. Hoe gaat het momenteel met je mentale gezondheid?
G.R.: ‘Ik zal altijd last blijven hebben van depressieve periodes, afgewisseld met momenten van obsessie. Het voelt nog steeds heel angstaanjagend als ik het voel opkomen, maar door de jaren heen heb ik ermee leren omgaan. Ik weet nu dat die gevoelens komen en gaan, en dat er ook lange periodes zijn waarin ik mij wél rustig voel. Je wordt beter in het herkennen van de triggers. Soms brengt een mooie gebeurtenis in je leven ook heel veel angst met zich mee. Onder de oppervlakte zijn er zoveel processen aan de gang in je lichaam. Het duurt lang voor je een beetje begrijpt hoe dat allemaal werkt. Verschillende therapeuten hebben al bevestigd dat ik OCD (obsessive compulsive disorder) heb. Als kind al had ik een overactief brein en een bepaalde overgevoeligheid voor de wereld. Ik heb zelf geen behoefte aan een label of een diagnose, maar het helpt wel om te beseffen dat je niet alleen bent.’
Hoe komt het volgens jou dat zoveel mensen zich overprikkeld voelen?
G.R.: ‘Wat wij als realiteit zien, is wat onze zintuigen aankunnen, maar dat is slechts een beperkte hoeveelheid. Wij denken dat wat we ervaren de waarheid is, omdat het de enige manier is om door deze realiteit te navigeren. Zonder die ingebouwde filters zouden we constant overweldigd zijn en niks gedaan krijgen. Maar er zijn mensen die meer indrukken binnenkrijgen dan anderen, omdat ze zo gevoelig zijn. Hun systeem worstelt met die overdosis aan informatie, waardoor ze het niet altijd makkelijk hebben.’
Wat doe jij om jezelf daartegen te beschermen?
G.R.: ‘Wie net zoals ik de dingen diep voelt en minder filters heeft, moet actief op zoek gaan naar een draaglijke manier om te leven. Dat heeft tijd nodig. De weg kan heel beangstigend zijn en lang duren, maar soms kunnen heel simpele dingen helpen. Toen ik jonger was, zocht ik afleiding voor mijn angsten in feesten en extreme ervaringen. Als je beseft dat het antwoord daar niet ligt, word je gedwongen om alles te doorvoelen. Het kan heel overweldigend zijn om moeilijke situaties aan te gaan zonder wapens om jezelf te beschermen. Gaandeweg pas je je leven aan die gevoeligheid aan. Je schermt je af van te veel sociaal con- tact, je eet gezond, je beweegt en slaapt genoeg. En je kiest voor minder, maar diepgaandere relaties.’
Je mediteert dagelijks. Helpt dat jou ook om rust te vinden?
G.R.: ‘Mediteren is voor mij een noodzakelijk ritueel. Het is even vanzelfsprekend als mijn tanden poetsen. Mijn vader heeft het mij geleerd toen ik zeven was, maar ik ben er pas op mezelf mee begonnen toen ik mentale en fysieke problemen kreeg. Het zorgt ervoor dat ik de dingen in mijn leven de juiste plaats kan geven. Het bijzondere aan onze natuur is dat die altijd probeert uit te breiden. Dat geldt zowel voor artistieke expressie als voor kanker, maar ook voor liefde en wanhoop. Alles wil altijd meer van zichzelf. Het zit dus in onze menselijke natuur om altijd meer te willen. Gelukkig wil je met het ouder worden ook vooral meer rust (lacht). Wat helpt, is dat je beter weet wat je wilt, zodat je daaraan prioriteit kunt geven. En daardoor vallen de andere dingen hopelijk ook op hun plaats. Maar dat proces vraagt dus tijd.’
Wat zie je als je fantaseert over je toekomst?
G.R.: ‘Ik wil graag een gezin stichten. En voor hen wil ik een plek creëren die lijkt op waar ik ben opgegroeid. Ik heb altijd gezegd dat ik geen kinderen wilde, maar plots is die mogelijkheid er vanzelf. Het is het logische gevolg van een relatie die vanzelf- sprekend aanvoelt, een soort connectie die ik nog niet eerder had ervaren. Daardoor lijkt het een evidentie om kinderen op de wereld te zetten, ook al is die momenteel niet in de beste staat. Wat er nu gebeurt, is heel dramatisch en lijkt misschien buiten proportie, maar de wereld is altijd zo geweest. We hebben daar weinig controle over. Doordat ik in mijn hoofd al zo vaak de hel heb ervaren, ben ik niet meer zo bang van de buitenwereld.’
Hoe zou jij de liefde definiëren?
G.R.: ‘Echte liefde draait niet om een ideaalbeeld of om hoe iemand eruitziet. Het gaat over het effect dat twee mensen hebben op elkaar. Voor mij is liefde het comfort te weten dat je iemands leven beter wilt maken, en dat die persoon dat ook voor jou wil. Dat gevoel is met niets te vergelijken. Je kunt dat uiteraard ook voelen met familie en vrienden, maar het is heerlijk als het met je partner gebeurt. Je kunt het ook niet oproepen, het moet er vanzelf zijn. Wat je het allerliefste wilt, is dat zij oké zijn. En zij willen dat ook voor jou, zonder dat je erover hoeft te praten.’
Liefde vereist ook kwetsbaarheid. Kun jij je makkelijk kwetsbaar opstellen?
G.R.: ‘Het contrast tussen hoe kwetsbaar ik me nu voel en hoe ik me voordien voelde, is groot. De afgelopen drie jaar in Valencia heb ik geleefd als een monnik. Ik at supergezond – geen suikers, geen bewerkt voedsel, veel fruit en groenten –, mijn spijsvertering was fantastisch, ik sportte veel en ik sliep goed. Ik was fysiek in topvorm, wat nodig was om mijn plaat te kunnen maken. Op een manier was ik ook mentaal heel rustig, maar als ik er nu op terugkijk, was ik vooral heel eenzaam. De mentale rust maakte mij neurotisch, want sociaal contact wordt heel moeilijk als je zo spartaans leeft. Als je dan opnieuw een relatie begint, moet je al die beschermingslagen laten vallen en je heel kwetsbaar opstellen. En dan overvalt de angst je. Veel mensen kiezen ervoor om de controle niet te verliezen en de kwetsbaarheid niet toe te laten, omdat dat veiliger is. Het vergt veel moed om de reis toch aan te gaan, en dat lukt alleen met de juiste persoon.’
Heb je spijt van keuzes die je in het verleden hebt gemaakt?
G.R.: ‘Ik heb er lang over gedaan om te worden wie ik nu ben. Mijn leven draaide vroeger voornamelijk rond mezelf en mijn eigen noden en verlangens. Ik heb er geen spijt van, maar het heeft lang genoeg geduurd. Het is interessant om naar jezelf te kijken halfweg in het leven. De dingen die ik nu besef zijn niet per se nieuw voor mij, maar eerder was daar geen ruimte voor. Je moet er ruimte voor máken, en dat lukt soms alleen door crisissen door te maken. Ik wil niet meer afzien voor kunst. Als je jong bent, vind je dat fantastisch en heroïsch. Nu vind ik het een beperkende manier om je leven te leiden. Voor sommige mensen werkt het zo, maar niet voor mij.’
MIJLPALEN
Gabriel Ríos (46) werd geboren in San Juan, de hoofdstad van Puerto Rico, waar hij een onbezorgde jeugd door- bracht. Zijn vader, een psycholoog en amateurmuzikant, deed hem op zijn achtste een eerste gitaar cadeau, en nog diezelfde dag componeerde de kleine Gabriel al een eerste song. Bij gebrek aan een professionele muziekscene in Puerto Rico verhuisde hij uit liefde voor een Vlaams meisje én de Europese muziek op zijn achttiende naar België. Gabriel ging schilderkunst studeren aan Sint-Lucas in Gent, al bleef zijn grote droom om muziek te maken. Met zijn band The Nothing Bastards schopte hij het tot in de finale van Humo’s Rock Rally, maar om te overleven werkte hij als barman in de Gentse horeca.
In 2004 bracht hij zijn eerste solo- album Ghostboy uit en brak door met de hit Broad Daylight, die tegen wil en dank van hem een latin lover maakte. Ook zijn volgende albums Angelhead (2007) en The Dangerous Return (2010) scoorden bij een breed publiek.
Na een paar wilde jaren van succes en feesten verhuisde Gabriel in 2011 naar New York om daar te gaan herbronnen. Drie jaar later bracht hij het meer ingetogen album This Marauder’s Midnight uit, met daarop zijn grootste hit Gold. Hij keerde terug naar Gent, maar bleef pendelen tussen Puerto Rico, Amerika en Amsterdam.
Toen zijn vader de ziekte van Alzheimer kreeg, bracht Gabriel opnieuw veel tijd door in zijn geboortestad en hij connecteerde opnieuw met zijn roots en met de muziek uit zijn jeugd. In 2021 kwam zijn eerste Spaanstalige album Flore uit, als eerbetoon aan zijn vader, die ondertussen overleden was. Om voet aan de grond te krijgen in de Spaanse muziekscene verhuisde hij naar Valen- cia, waar hij aan een nieuw album begon te werken. Playa Negra kwam uit in september 2024. Gabriel tourt momenteel door België, Nederland en Spanje.
3 FAVORIETEN VAN GABRIEL RÍOS
Wandelen
Ik wandel tegenwoordig bijna twee uur per dag. Ik ben er zeker van dat veel mensen het met mij eens zijn als ik zeg dat het rustgevende gevoel met niets anders te vergelijken is. Ik vind het heerlijk om ondertussen naar muziek te luisteren, maar het moet wel instrumentaal zijn. Teksten leiden me te veel af. Mijn favoriete wandelsoundtrack is Mali nese harpmuziek van Toumani & Sidiki of Music for 18 musicians van Steve Reich.
Sigaren
Drank en sigaretten heb ik allang afgezworen, maar ik kan wel genie ten van een goeie sigaar. Momenteel rook ik elke dag twee Italiaanse Toscanello’s, echte oudemannen sigaren. Ik hou van sigaren, omdat ze tijd vragen. Ze hebben een meditatieve kwaliteit en dwingen je om stil te staan. Ondertussen kun je babbelen, of gewoon stilzitten en naar de omhoogkringelende rook kijken. Heerlijk vind ik dat.
Gemoedsrust
Het klinkt makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik hou van het ultieme gevoel dat je krijgt wanneer alles heel even in de plooi valt. Die ene seconde per dag waarop je niet wilt dat de dingen anders zouden zijn. Ik streef niet naar euforie of extreme opwinding, maar naar een simpele peace of mind, het gevoel dat je ondersteund wordt door je hele systeem, zowel fysiek als mentaal. Dat kan overal gebeuren, zonder dat je het hoeft uit te lokken. Even een kort momentje zonder lawaai en gedachten, voor de wereld weer verdergaat.