Petra De Sutter: ‘Ik beoordeel anderen nooit op hun buitenkant’

Tekst Sigyn Elst – Foto Marleen Daniëls

Als hoofd van de afdeling reproductieve geneeskunde van UZGent helpt gynaecologe Petra De Sutter elke dag mensen met vruchtbaarheidsproblemen. ‘Hun kinderwens in vervulling zien gaan is telkens weer prachtig. Je niét kunnen voortplanten kan je overvallen met existentiële twijfel.’ Existentiële angst is ook De Sutter zelf niet vreemd. ‘Als vrouw in een mannenlichaam heb ik jarenlang een dubbelleven geleid. Dat was, zacht uitgedrukt, de hel. Op mijn veertigste, in 2003, heb ik besloten om mezelf eindelijk te bevrijden en de transitie te maken’, schrijft ze in (Over)leven – Mijn strijd als transvrouw, arts en politica, het boek waarin ze het bijzondere verhaal vertelt over haar leven als gedreven gynaecologe, maar ook als politica en transgender. Haar nieuwe voornaam, Petra, Grieks voor ‘rots’, heeft dezelfde beginletter als haar geboortenaam. Dat was als arts belangrijk om haar wetenschappelijke publicaties, geklasseerd op naam en initialen, niet verloren te laten gaan. ‘Na mijn transitie wou ik verder blijven publiceren als “De Sutter, P”, anders zou het lijken alsof ik een nieuwkomer was in het vak, alsof ik veertig jaar lang niet bestaan had en nog niks verwezenlijkt had.’ Niet meer bestaan is voor sommige andere transvrouwen en -mannen het offer dat ze brengen eens ze beslissen om de transitie naar het andere geslacht te maken. Ze laten haven en goed achter om een nieuw leven te starten aan de andere kant van de wereld. Ook Petra De Sutter dacht een tijdlang aan emigreren maar vond uiteindelijk de kracht om de moeilijkheden die gepaard gaan met een transitie recht in de ogen te kijken en het leven dat ze veertig jaar lang had opgebouwd niet in de steek te laten. ‘Transvrouw-zijn is maar één aspect van wie ik ben. Er is zoveel meer, en vooral zoveel meer waarrond ik wil werken en waar­over ik wil vertellen’, zegt ze bij het begin van onze ontmoeting in de Vrouwenkliniek in Gent. ‘Daarom heb ik het boek geschreven. Ik wil dat het als voorbeeld kan dienen van hoe mensen zich kunnen bevrijden uit een gevangenschap. Dat kan een relatie zijn, een overtuiging, opvoeding of religie. Het gaat over hoe je energie vrijmaakt zodat je andere dingen kan doen die belang­rijk zijn en er voor jou toe doen.’

Je persoonlijke verhaal doet nadenken over de maakbaarheid van de mens, iets waar je als arts ook erg mee bezig bent. Medisch is er veel mogelijk, maar wat met identiteit? Is die veranderlijk of eerder rotsvast? Hoe heb je dat zelf ervaren?

Petra De Sutter: ‘Identiteit is niet veranderlijk, denk ik, maar het kan wel een tijd duren voor je je identiteit hebt gevonden omdat die onder een hele hoop zaken verborgen kan zitten. Soms heeft je identiteit tijd nodig om de weg te vinden. Ik heb in de spiegel heel lang iets anders gezien dan wie ik was. Daarvan heb ik me bevrijd. Als je eenmaal voor jezelf duidelijk weet dat je in een verkeerd lichaam zit, zijn een hormonenbehandeling, chirurgie en psychologische onder­steuning de enige weg. Je worstelt zodanig met existentiële vragen dat het inschakelen van de medische technologie werkelijk noodzakelijk is. Wat ik uit mijn eigen persoonlijke verhaal heb geleerd, is om anderen nooit te beoordelen op wat je ziet aan de buitenkant. Iedereen heeft een verhaal of een geheim dat we niet kennen. Er zijn zoveel meer aspecten die een mens tot mens maken. Ik heb lang de drang gevoeld om te vechten tegen mijn identiteit. Maar die is dus niet veranderd. Het is heel moeilijk voor buitenstaanders om dat te begrijpen – ze zien een ander persoon – maar in wezen ben ik dezelfde.’

De verankering met het oude ik blijft.

PDS: ‘Mijn waarden en normen zijn dezelfde gebleven. Ook mijn seksuele geaardheid: ik val nog altijd op vrouwen.’

Dat klinkt logisch, maar zal in de praktijk de zaken niet gemakkelijker maken.

PDS: (…)

Lees het volledige interview in het aprilnummer van Psychologies.